De verwachtingen waren hooggespannen. Na een tour door België en Frankrijk vond race 5 van de BMW Clubsport Trophy plaats op ons thuiscircuit van Zandvoort. Het circuit waar ons team tientallen overwinningen en een aantal kampioenschappen heeft mogen vieren.
Dit leek ons dan ook de uitgelezen kans om te experimenten met de afstelling. Op Zandvoort weten we immers het beste hoe een racewagen hoort aan te voelen om hard te gaan. De veranderingen aan het onderstel werkten goed op de zaterdag ochtend van de vrije training. Er werd harder gereden met de BMW dan ooit tevoren op zaterdag, dus vol goede moed werd de wagen klaargemaakt voor de kwalificatie.
De kwalificatie vond plaats in de late middag. De temperaturen bereikten tropische waarden en de baantemperatuur was daarmee natuurlijk ook aanzienlijk gestegen. Bij deze temperaturen bleek onze nieuw gevonden afstelling teveel grip te genereren. Hierdoor plakt de auto zo goed vast aan de baan dat hij langzamer gaat. Gelukkig wisten we de schade te beperken tot een derde startplaats. Aangezien de verwachting voor de race op zondag was dat het een stuk koeler zou worden, maakten we ons niet druk en lieten we de wagen zoals hij was.
Op zondag was het al snel een gezellige drukte op het circuit. Voor onze thuiswedstrijd waren er immers veel fans en belangstellenden naar het circuit gekomen. Deze mensen waren allemaal zo dapper om het drukke verkeer van de kustplaats te trotseren om naar onze wedstrijd te komen kijken. Wij hoopten ze natuurlijk een mooie dag te bezorgen, door mee te strijden voor de overwinning, zoals we dat vorig jaar ook hadden gedaan.
Naar aanloop van de wedstrijd werden de laatste zaken aan de bolide gecontroleerd. Is alles wel perfect om de 200 minuten race optimaal te presteren? Door het nieuwe communicatie systeem van het circuit, blijkt ons systeem minder goed te werken. Geen nood, we schakelen over naar optische communicatie met bordjes zoals dat vroeger ook gebeurde in de racerij. De race zou gestart gaan worden door Eric Sliphorst. Mick de Jonge zou de middenstint rijden en Carlo Izelaar zou de wagen naar de finish brengen.
De start was er een uit het boekje. Vanaf de derde startplaats bleef Eric uit het gedrang in de eerste bocht en kon richting het de Slotemakersbocht aansluiten bij de beide leidende BMW’s. In het Scheivlak werd de tweede plaats veroverd op Van der Horst en er kon gelijk worden aangedrongen bij GD Sport voor de leiding. De afstelling van de auto bleek prima te functioneren op het koelere asfalt en bij het ingaan van de Kumhobocht werd de koppositie veroverd en een gaatje getrokken. Na het rechte stuk besloot een deelnemer uit een snellere klasse om een gat van ongeveer 80 meter dicht te remmen. Aangezien iedereen zo laat mogelijk remt en wij ongeveer 100 meter voor de bocht remmen waar we met meer dan 200 kilometer per uur aankomen, is het theoretisch helemaal niet mogelijk wat de rijder uit met de snelle 235i probeerde. Laat staan in de praktijk. De coureur vloog de twee achtervolgende BMW’s voorbij (want die remden wel op tijd) en boorde zich met een doffe klap op ons achterwiel. Resultaat: Een kromme ophanging, een kromme velg, schade aan de deur en een deuk in het chassis. Daar waar je in Nederland voor dergelijke kamikaze acties zwaar wordt bestraft en/ of beboet, vindt men dit in België een race incident. Waarschijnlijk een verschil van inzicht, maar goed om te weten.
De kromme BMW kon voorzichtig worden teruggereden naar de pits, waar de monteurs moesten concluderen dat reparaties te lang zouden duren. Zo konden het teleurgestelde team en onze fans na welgeteld 135 seconden wedstrijd hun spullen gaan pakken om de terugreis naar huis aan te vangen. Met 0 punten voor het kampioenschap heeft dit natuurlijk gevolgen voor het klassement, maar zolang er volledig incapabele mensen zonder verstand met snelle racewagens mogen rijden zonder ooit een wedstrijd te hebben bewezen dat ze hiertoe in staat zijn zonder stomme dingen te doen, zullen deze dingen van tijd tot tijd wel blijven gebeuren.